Lijkenhuisje Halsteren
Interview met Gerard Brusselaars 24-11-2020 uit de krant bron BndeStem
Het lijkenhuisje in Halsteren gaat in de verkoop.
De gemeentelijke taxateur is al langs geweest.
Vrijwillig toezichthouder Gerard Brusselaars snapt het niet.
,Een deel van een oude begraafplaats verkopen gaat zomaar niet."
BEN VAN DEN AARSSEN

Een kijkje door de poort naar de oude begraafplaats in Halsteren

Tijdens een rondwandeling in Halsteren op het kerkhof foto Florence Imandt

Brusselaars woont al zijn leven lang in het huis naast
het kerkhofje aan de Dorpsstraat. Op verzoek van de gemeente houdt hij
als buurman een oogje in het zeil en verzorgt de openstelling op zaterdagmiddag
van de allang niet meer gebruikte begraafplaats. De geschiedenis van
de dodenakker gaat terug naar 1829. Begraven in de kerk mocht niet meer.
Er was een nieuwe rustplaats nodig. De heg, de taxussen en beukenbomen
dateren allemaal uit die beginperiode. De meeste zijn sinds lang niet
meer gesnoeid. ,,Ze groeien naar Onze-Lieve- Heer toe." Als geen
ander heeft Brusselaars zich verdiept in de geschiedenis van de oude
begraafplaats.
Het lijkenhuisje is van 1872. Er heerste cholera in de streek. De epidemie
had vele doden tot gevolg, ook in Halsteren. ,,Thuis opbaren mocht niet
meer." Brusselaars laat een foto van vroeger zien, uit 1980. De
ligusterheg liep nog over de volle breedte van het lijkenhuisje. Er
zijn sindsdien taxusbomen verdwenen. En ook het kruis op het dak is
er niet meer. Het lijkenhuisje wordt door Brusselaars altijd gebruikt
als hij bij zijn rondleidingen van wal steekt met zijn verhalen over
de unieke dodenakker.
Vlinder
Generaties lang is de plek met rust gelaten. Zodat er ook bijzondere
planten en insecten voorkomen. Planten die je nergens anders ziet, precies
op het randje van de Brabantse Wal, op de scheiding van polderklei en
zand. Brusselaars laat een foto zien van een blauw weeskind, een zelden
waargenomen vlinder. Op de begraafplaats voelt het weeskind zich thuis.
,,Hier is nooit kunstmest gebruikt." Het lijkenhuisje zelf is een
schatkamer van verhalen. Aan de muur wordt verteld over de uit Bolsward
afkomstige familie Jelgersma. Een telg uit dat Friese geslacht rust
op de begraafplaats. De familie werd in Bergen op Zoom bekend als eigenaar
van een kledingwinkel, in wat nu het Vierkantje is.
In Friesland hadden ze een apotheek waar onder andere chlorine werd
verkocht, destijds het beste medicijn tegen de gevreesde cholera waar
het huisje zijn bestaan aan dankt. De historie van in Halsteren ingekwartierde
Tholenaren komt aan bod, gevlucht van het in 1944 door de Duitsers deels
onder water gezette eiland. Voor Brusselaars is het levende geschiedenis.
,,Wij hebben ook mensen van Tholen in huis gehad." Jacob Verburg
is een Zeeuw die voor eeuwig in de Brabantse bodem rust. ,,Bijna allemaal
zijn die Tholenaren na de oorlog herbegraven op het eiland, hij niet."
Brusselaars wijst op andere details. In de oude balken staat de handtekening
van gemeentelijk werkman De Kock. Graffiti uit het begin van de vorige
eeuw. We moeten ons langs een antieke draagbaar wurmen. De kar staat
sinds lang te rusten, net als de doden verderop. ,,Voor het laatst gebruikt
bij de Watersnoodramp." Brusselaars vestigt de aandacht op een
paar vergeten kruisen, tegen de muur van het huisje. De ouderdom is
het gietijzeren erfgoed aan te zien. Brusselaars wijst op de kleine
dingen. De ranken klimop op het kruis. ,,Symbool voor eeuwig leven.
Klimop blijft altijd groen."

GERARD BRUSSELAARS: ,,DEZE BEGRAAFPLAATS VERTELT EEN STUK UNIEKE HALSTERSE GESCHIEDENIS." FOTO MARCEL OTTERSPEER/PIX4PROFS

Op een mooie lente dag een kijkje op de oude begraafplaats, waar het lijkenhuisje van Halsteren staat.
Brusselaars zelf trad in de voetsporen van zijn vader. Hij werd schoenmaker in het dorp. ,,Dat was niet de bedoeling." Hij had voor zichzelf een andere loopbaan uitgestippeld. Hij had al een baan in Parijs, in 1957. ,,Ik wilde in de mode." Na zijn pensionering ging hij schilderen. Met vier basiskleuren maakt hij zijn eigen verftinten. Zijn werk is te zien, in wat vroeger een deel van de winkel was. ,,Mijn mancave." Schilderen wilde hij eigenlijk altijd al, zijn hele leven lang. De zaak en het gezin vroegen alle aandacht.
Ook was Brusselaars lang brandweerman. ,,Ik heb het nog tot brigadecommandant geschopt." Herenboeren Drie hartinfarcten hebben hem aan het denken gezet. Het was nu of nooit met dat schilderen. ,,Je weet dat de tijd schaars wordt." Het is een gedachte die past bij een bezoek aan een oud kerkhof, op een mooie herfstdag. Veel grond op de begraafplaats is eigendom van rijke Halsterse families van weleer. Het geslacht Testers ligt er, herenboeren en bouwers van de villa die nu de Viersprong heet. De Ram natuurlijk ook, de concurrerende familie die Villa De Beek liet optrekken.
Het zijn vooral de graven van notabelen die bewaard zijn
gebleven. In de ongewijde grond rusten ook zo'n 150 ongedoopte kinderen.
Er bloeien nog paarse bloemetjes, ver in november. ,,Grasklokjes", weet
Brusselaars. De toezichthouder hoopt dat de gemeente haar verkoopplan
voor het lijkenhuisje intrekt. Hij wijst op rapporten van de vereniging
Terebinth, die zich inzet voor het behoud van funerair erfgoed. ,,De
grafmonumenten, de ommuring en het lijkenhuisje horen bij elkaar. Deze
begraafplaats vertelt een stuk unieke Halsterse geschiedenis. Een deel
van zo'n oude en waardevolle begraafplaats verkopen gaat zomaar niet.
Zeker niet als de families die hier begraven liggen hun hakken in het
zand zetten. Het is een krankjorum idee."
Film Rinus van Wezel 10-09-2011